Grammatica zinsontleding

Je hebt 12 van de 15 vragen goed beantwoord.
Your score was: 80 %

Bekijk hieronder je niveau:

14 of 15 goede antwoorden hbo, wo (C1)
Taalniveau 4F
12 of 13 goede antwoorden bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 4 (B2)
Taalniveau 3F
10 of 11 goede antwoorden onder-/middenbouw havo/vwo, bovenbouw vmbo, mbo niveau 3 (B1)
Taalniveau 2F
8 of 9 goede antwoorden vmbo 1e en 2e jaar (A2)
Taalniveau 1F/2F
7 of minder goede antwoorden onvoldoende
Taalniveau 1F

De uitslag van deze test geeft je een indicatie van het niveau waarop je dit onderdeel van de Nederlandse taal beheerst.

 

Antwoorden

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

De Europese Commissie heeft ons voorgesteld een bezuinigingsplan op te stellen.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

De Europese Commissie heeft ons voorgesteld een bezuinigingsplan op te stellen.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Het voorstel, dat nu in voorbereiding is, wordt eind van de week besproken met alle betrokkenen.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Het voorstel, dat nu in voorbereiding is, wordt eind van de week besproken met alle betrokkenen.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Het voorstel is goed, maar niemand weet of het veel draagvlak zal hebben.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die serieuze student beweert dat hij alle vakken in één keer heeft gehaald.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die serieuze student beweert dat hij alle vakken in één keer heeft gehaald.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die serieuze student beweert dat hij alle vakken in één keer heeft gehaald.

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

persoonsvorm

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die lastige vraag die jij stelt, kan ik niet beantwoorden.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die lastige vraag die jij stelt, kan ik niet beantwoorden.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

Feedback:

In deze zin is ‘die jij stelt’ een bijvoeglijke bijzin bij ‘vraag’. In deze bijzin is ‘jij’ het onderwerp. Het woordje ‘die’ geeft antwoord op de vraag: “Wat stel jij?” Het is dus een lijdend voorwerp.

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die lastige vraag die jij stelt, kan ik niet beantwoorden.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Verschillende politieke partijen hebben extra bezuiningingen aangekondigd.

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

bijvoeglijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Als jij haar iets vraagt, is zij altijd bereid je te helpen.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijvoeglijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Als jij haar iets vraagt, is zij altijd bereid je te helpen.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Als jij haar iets vraagt, is zij altijd bereid je te helpen.

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling

Jouw antwoord:

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

naamwoordelijk deel van het naamwoordelijk gezegde

bijwoordelijke bepaling